Pans labyrint / Cornelia Funke & Guillermo del Toro ; vertaald [uit het Engels] door Esther Ottens

Meestal is er eerst het boek en komt later de boekverfilming. Hier is het andersom: in 2006 kwam de film Pan’s labyrinth uit. En dertien jaar later was daar de filmverboeking (op verzoek van filmmaker Guillermo del Toro) door Cornelia Funke, bekend van de serie De Wilde Kippen Club, maar ook van sprookjesachtige boeken zoals Hart van Inkt. Dat deze filmverboeking een mooie vertelling heeft opgeleverd blijkt wel uit het feit dat het genomineerd was voor Beste Boek voor Jongeren 2020.

In het Spanje van 1944 verhuist met meisje Ofelia met haar zwangere moeder naar een oude molen in het bos om bij de nieuwe man van haar moeder in te trekken: de wrede kapitein Vidal uit het Spaanse leger van Franco die strijdt tegen de rebellen in het bos. Ofelia ontdekt daar een fee en deze fee lokt Ofelia een labyrint in het bos in, waar een faun Ofelia opwacht en beweert dat zij een verdwenen prinses uit een ondergronds rijk is. Hij geeft haar drie opdrachten om te bewijzen dat zij daadwerkelijk die prinses is.

Terwijl Ofelia probeert de opdrachten uit te voeren, wordt haar stiefvader steeds wreder. Duidelijk is ook dat hij totaal geen respect heeft of liefde voelt voor Ofelia’s moeder, maar haar alleen maar duldt vanwege zijn ongeboren zoon die zij draagt. Aan Ofelia heeft hij al helemaal een pesthekel. Is het de akelige situatie die de boekenwurm Ofelia doet vluchten in een fantasiewereld, of bestaat deze sprookjeswereld (die ook steeds duisterder wordt) echt? Dat blijft tot het einde toe aan de lezer.

In Pans labyrint worden verschillende verhalen door elkaar gewoven. De belangrijkste zijn natuurlijk het verhaal van moeder en dochter die bij Kapitein Vidal intrekken en zijn strijd tegen de rebellen èn het verhaal van de faun en de verdwenen prinses. Maar binnen deze verhalen zijn er ook weer verhalen: het verhaal van een zus van de rebellen die in dienst is in het huishouden van Vidal en stiekem de rebellen helpt. Maar ook het verhaal van de heks die in de put van de molen werd gegooid, het verhaal van de boekbinder uit het ondergrondse rijk en het verhaal over de kleermaker (de vader van Ofelia) die een list verzon om de dood die hem kwam halen tegen te houden.

Dit alles maakt een prachtig boek, dat zowel realistisch als sprookjesachtig is. Met al die verhaallijnen wel een boek voor de betere lezer, en met behoorlijk heftige beschrijvingen (zoals het martelen van een gevangengenomen rebel) niet voor al te jonge lezers: vanaf ca. 15 jaar.