Het huisje zonder heks / Sophie Pluim

In een schattig, knus huisje zit een oud vrouwtje (met een enorme haakneus) in een fauteuil heerlijk een boek te lezen, met dekentjes over haar benen. De vrouw is een heks, een heel oude heks. Op een dag sloft ze de deur uit, om niet meer terug te keren.

Het huisje blijft eenzaam achter. En koud ook, want het vuur in de haard is uit. In de lente die volgt, en daarna de zomer, begint de natuur het huisje over te nemen. Als er vervolgens in de herfst ook paddenstoelen uit de muur, het dak en de kozijnen beginnen te groeien is het huisje het zat: ‘Zo gaat het niet langer. Als er niemand in mij woont, stort ik nog in.

Krakend en piepend staat het huisje op. Op enorme vogelpoten! Net als … het huisje van de heks Baba Jaga! Kent iedereen die? Is dat algemene kennis? Hoe ken ik die? Die ken ik eigenlijk ook pas sinds ik Gouden Penseel winnaar Fabeldieren (met illustraties van Ludwig Volbeda en tekst Floortje Zwigtman) had gelezen.

Maar het gaat hier niet om de heks: het gaat om de eenzaamheid van het huisje na het verdwijnen van de heks. Het huisje gaat op pad, op zoek naar een nieuwe heks. In iedere windrichting treft het huisje een bekende: van goede buur tot vage kennis. En allemaal hebben ze het over een jonge heks, die op zoek is naar een huis, maar inmiddels weer verder is getrokken.

Het huisje was lang op zoek geweest. De winter viel in stilte om haar heen. Het was koud zonder brandend haardvuurtje. En zo leeg. Zo leeg had ze zich nog nooit gevoeld.’ Nog voor je deze tekst leest, doet de koude, winterse illustratie je even rillen en iets dieper in je vest kruipen. De illustraties zijn sowieso echt prachtig en sfeervol, de huisjes allerschattigst, het bos op zijn mooist in alle seizoenen. Ook de details zijn geweldig: de ster die van het dak valt en waar die uiteindelijk weer te zien is, de deels meereizende zwarte vogels, de dieren onderweg, de heksenkring.

Gelukkig komt, als het huisje de moed bijna wil opgegeven, een klein, dansend lichtje op het huisje af: het is de jonge heks! ‘Zij zag het huisje, en het huisje zag haar.’ Ze moeten even wennen aan elkaar. Dit is ook een heel ander heksje: jong, blozend, vrolijk, kleurig. Samen reizen ze verder, terwijl de jonge heks het huisje opfrist en opknap. Om uiteindelijk uit te komen op de oorspronkelijke plek. En voor wie gemist heeft wat er met de vorige heks gebeurd is: begin opnieuw en kijk goed. Heksen verdwijnen niet zomaar.

Dit sfeervolle, oogstrelende, sprookjesachtige prentenboek is een van de titels uit de Prentenboek Top Tien 2025. Voorlezen en bewonderen met kinderen vanaf ca. 4 jaar.