Dag drol : de grote reis van eten: van mond tot in de wc en verder / Floor Bal & Emanuel Wiemans

Eens in de zoveel tijd tref ik een wijze kleuter in de bibliotheek die graag wil weten wat er met zijn of haar poep gebeurt, nadat de wc is doorgetrokken. Een paar maanden geleden had ik er nog een. Wat ik te bieden had: een Mini informatie boekje uit 2011, Wonderwel : welkom in het huis van de toekomst van Marlie Hollands en Hans Wilschut waarin ook de riolering voorkomt (maar het boek is wel voor wat oudere kinderen) en het prentenboek O, nee! Pop in de wc… van Astrid Huijsing. Heel geschikt die laatste, maar oud (2006) en nog maar in weinig bibliotheekcollecties (ik moest het dan ook reserveren). Ik was daarom heel blij toen ik vlak daarna de aankondiging voor dit boek zag.

In Dag drol wordt echter nog een prangende vraag beantwoord: Hoe wordt eten poep? Ook die vraag wordt meestal beantwoord in boeken voor wat grotere kinderen. We volgen het eten (een appel) van een meisje door haar lichaam. Duidelijk en eenvoudig wordt uitgelegd wat er allemaal in welk orgaan gebeurt. Op de illustraties zie je steeds de betreffende organen in het meisje afgebeeld. Op de achtergrond speelt het meisje met twee vriendjes: ze stampen in plassen, gaan van de glijbaan en spelen in de zandbak, maar knap genoeg verduidelijken ze daarmee wat er in het lichaam van het meisje gebeurt: het plasgestamp veroorzaakt een drapje zoals in de maag en als de dunne darm beschreven wordt als een lange opgerolde slang glijden de kinderen van een glijbaan in de vorm van een … lange opgerolde slang.

Als de drol is uitgepoept volgen de drie kinderen de reis door het riool, naar de zuivering en uiteindelijk naar het open water waar het natuurlijk allang geen drol meer is, maar wel enthousiast uitgezwaaid wordt door de kinderen: ‘Dag drol! Tot nooit meer ziens!’ Dit alles natuurlijk weer met een duidelijke en eenvoudige beschrijving van de belangrijkste processen.

De illustraties zijn niet alleen heel verhelderend, maar ook aantrekkelijk. Drie kinderen, waarvan een donker, in jaren ’60-achtige illustraties met hier en daar een grapje. Aangezien er bijzonder weinig is voor jongere kinderen over dit onderwerp, en er wel geregeld vraag naar is én aangezien het ook echt een leuk en mooi boek is, is het een absolute aanrader voor alle bibliotheken.

Voor kinderen van ca. 5 t/m 8 jaar.