Het boek van Jongen / Catherine Gilbert Murdock ; met illustraties van Ian Schoenherr ; vertaald [uit het Engels] door Esther Ottens

Frankrijk 1350: ‘Jongen’ (niemand heeft hem ooit een naam gegeven) werkt als geitenhoeder op een hof. Omdat hij een bochel heeft, wordt hij naar behandeld: hij mag het huis niet in, kinderen gooien stenen naar hem en mensen maken hem uit voor monster. Op een dag komt er een onwelriekende pelgrim langs die de jongen min of meer opeist: hij heeft Jongen nodig op zijn tocht naar Rome om zijn spullen voor hem te dragen.

Relieken

Doel van de tocht is om verschillende relieken van de heilige Petrus bij elkaar te brengen in het graf van Sint Petrus. De pelgrim, Secundus genaamd, heeft al één reliek: een stuk rib van Sint Petrus. De andere relieken moeten onderweg op verschillende plekken worden ‘opgehaald’, wat in blijkt te houden dat Sucundus ze wil stelen en daar de hulp van Jongen bij nodig heeft.

Graf

In eerste instantie is Jongen bang voor Secundus en wil hij helemaal niet met hem mee. Ook het stelen zint hem niet. Aan de andere kant geniet hij ook wel van de spannende reis en wordt Secundus langzaamaan iets minder onaangenaam gezelschap. Graag wil ook hij het graf van Sint Petrus bereiken: hij hoopt dat Sint Petrus hem dan kan helpen om een echte jongen te worden in plaats van een monster. Wat de reis ook aangenaam maakt voor Jongen is het feit dat de ransel met de relieken op zijn rug zijn bochel verbergt, waardoor mensen ineens een stuk vriendelijker voor hem zijn in plaats van angstig of agressief.

Tegenpolen

Jongen en Sucundus zijn prachtige tegenpolen: waar Jongen een lief, goed mens is, dat een gave heeft om met dieren te communiceren, lijkt Secundus te stinken van de zonden: het is een kwaaie die er veel voor over heeft om zijn doel te bereiken. Wat precies zijn doel is blijft lang onduidelijk.

Middeleeuwen

Het boek werpt een geweldige middeleeuwse sfeer op: de pestepidemie is net voorbij, maar de gevolgen zijn enorm zichtbaar (en voelbaar door het ontbreken van veel mensen), pelgrims, relieken, herbergen, bijgeloof, monniken, struikrovers en bendes onbetaalde soldaten, wolven, hemel en hel en heiligenverering. Ook de zwart-wit illustraties aan het begin van ieder hoofdstuk versterken deze sfeer.

Waarheidsgetrouw

Voor degenen bij wie de nieuwsgierigheid naar die tijd is opgewekt door dit boek is er gelukkig ook een nawoord waarin de schrijver vertelt wat er speelde in die tijd, of om precies te zijn: in het jaar 1350. Hoewel dit een fantasy verhaal is, blijkt de setting behoorlijk waarheidsgetrouw.

Newbery Honor

Dit mooie boek werd in Amerika bekroond met de Newbery Honor en is een absolute aanrader voor enthousiaste lezers vanaf ca. 11 jaar, of om voor te lezen vanaf een jaar of 10. Zeker ook heel mooi voor eerste twee klassen voortgezet onderwijs.

Doorleestips

Tijdens het lezen moest ik aan een aantal boeken denken. Ik heb ze jaren geleden gelezen, dus ze staan helaas niet op mijn blog, maar ik vond ze erg mooi:

Het boek van de dode dagen / Marcus Sedgwick ; [vert. uit het Engels door Annelies Jorna] over ‘Boy’ (ook een naamloze weesjongen) die tussen kerst en nieuwjaar naarstig op zoek moet naar een magisch boek voor zijn meester: als hij het niet vindt zal zijn meester sterven. Spannende historische thriller spelend in een niet genoemde wereldstad in de 17e eeuw. Helaas wat ouder en niet meer zo veel te vinden in bibliotheken.

Hoe Tortot zijn vissenhart verloor / Benny Lindelauf, Ludwig Volbeda over veldkok Tortot, een harteloze man die moeiteloos overloopt naar de vijand als die aan de winnende hand blijkt. Totdat hij Halve George verscholen in zijn keuken vindt: een wel heel jonge soldaat die zijn benen heeft verloren in de oorlog.

De schaduw van Skellig / David Almond ; vert. [uit het Engels] door Annelies Jorna] over Michael, grote broer van een doodziek babyzusje, die een zwerver in het schuurtje van hun nieuwe huis vindt. Of is het een gestrande engel?