Er zit een dinosaurus op de 13de verdieping / Wade Bradford ; met illustraties Kevin Hawkes ; vertaling [uit het Engels]: Trijnie Duut

Ja, de titel doet het hem al: de voorleeskinderen riepen al dat dit boek als eerste moest, nog voor ik het had gevraagd.
De dinosaurus moet echter nog even wachten, want die komt pas aan het einde van het boek. ‘Is het jammer dat de clou al is verklapt in de titel? En vinden de kinderen het erg om zo lang op de dinosaurus te moeten wachten?’, vroeg ik mij van tevoren af. Bij het voorlezen bleek dat juist niet zo: de kinderen leken zich er vooral in vrolijke spanning op te verheugen.

Meneer Snurkmans komt ‘s avonds laat doodmoe aan bij Hotel Deelmeer en wil vooral heel lekker gaan slapen. In de kamer die hij krijgt toegewezen op de eerste verdieping ligt echter een muis op het kussen te slapen. Hij belt de receptie en krijgt een kamer op de tweede verdieping. Daar blijkt een varken in bed te liggen die de deken van meneer Snurkmans aftrekt. Op de derde verdieping lekt er iets door het plafond, precies op het hoofd van meneer Snurkmans. Dat lijkt (op de illustratie) uit het aquarium op de vierde verdieping te komen.

Steeds krijgt meneer Snurkmans een kamer op een hogere verdieping, maar daar zitten spinnen, bijen, hamsters. Uiteindelijk vindt meneer Snurkmans op de dertiende verdieping een kamer waar geen dieren lijken te zijn. Wel staat er een enorm groot bed (met enorm grote sloffen eronder). De receptionist probeert hem nog te waarschuwen, maar meneer Snurkmans wil alleen maar slapen.

De titel had het al verraden, de kinderen hadden zich al verheugd: de kamer is natuurlijk van de dinosaurus. En zoals meneer Snurkmans steeds een dier in zijn kamer (of zelfs in zijn bed) trof, vindt de dinosaurus een klein meneertje Snurkmans in zijn bed. Daar heeft de dino geen zin: hij gaat naar de receptie waar hij zijn grote lijf min of meer in twee fauteuils weet te persen om daar dan maar te gaan slapen. Op de laatste prent zie je dat er sowieso meerdere dieren liggen te slapen rond de receptie.

Dit grappige verhaal met cartooneske illustraties van een gezellig ouderwets hotel en een deftige meneer Snurkans met koffertje, snor, extreem grote neus en keurige pyjama, sprak de kinderen erg aan. Heel leuk prentenboek van een voor mij nog onbekende schrijver en van de illustrator van een boek dat bij heel veel bibliotheken in de collectie zit: Niet brullen in de bieb! van Michelle Knudsen.