De oorlog die ik eindelijk won / Kimberly Brubaker Bradley ; vertaald [uit het Engels] door Ernst Bergboer

Vervolg op De oorlog die mijn leven redde, waarin de Londense Ada en haar broertje Jamie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog terecht komen onder de hoede van de onwillige Susan Smith, wat voor hen alle drie bijzonder goed uitpakt. Het tweede deel is los te lezen: er is veel uitleg waar dat nodig is. Maar het is wel zonde: beter gewoon starten met het eerste deel.

Jachthuis

Ik heb ook dit deel voorgelezen aan mijn 13-jarige dochter. Dit is wat zij er over schrijft: Het tweede en laatste deel van deze serie gaat weer over Ada en Jamie. Nadat het huis van Susan is ontploft mogen Susan, Ada en Jamie in het jachthuis van lady Thornton wonen. Ook betaald lady Thornton de operatie van de klompvoet van Ada. Als Ada genezen is en ze in het huis zijn ingetrokken blijkt dat lady Thornton haar landgoed uit is gezet en samen met Ada, Jamie en Susan in het jachthuis moet wonen. Ada is daar niet blij mee: lady Thornton verandert haar hele kamer en doet niks in het huishouden. Ook komt er een Duits meisje bij hun wonen. In het begin wil niemand dat, maar als het blijkt dat ze Joods is mag ze toch blijven. Veel avonturen gebeuren er met het huishouden en als er een geliefde uit het niets overlijdt gaat het elke dag slechter. Ik vind dit een heel spannend en mooi boek door alle onverwachte dingen die er gebeuren en hoe ze er mee om gaan. Ook gebeuren er veel spannende en droevige dingen, waar Ada mee moet leren om te gaan. Het is fijn om te zien hoe andere mensen dingen zien en daarom vind ik dit een super leuk en mooi boek.

Mishandeling

Wie het eerste deel heeft gelezen, weet waarom Ada zo’n beschadigd meisje is: ze werd door haar moeder geestelijk en lichamelijk mishandeld en opgesloten gehouden in hun kleine eenkamer-appartement. Hoewel ze in Susan een lieve zorgzame moeder vinden en Jamie haar al snel ‘mama’ gaat noemen, heeft Ada nog enorme moeite Susan als nieuwe en blijvende opvoeder te zien en kan ze zich vooral niet voorstellen dat Susan voor hen wil en kan blijven zorgen.

Dankbaarheid

De relatie met lady Thornton, die een koude, moeilijke vrouw lijkt, maar wel buitengewoon gul is als het aankomt op (financiële) hulp, is voor Ada ook lastig. Lady Thornton is enorm aanwezig in het huis, steekt haar afkeer voor het Duits/Joodse meisje (door lord Thornton binnen gebracht) niet onder stoelen of banken omdat alle Duitsers volgens haar gevaarlijk en slecht zijn. Verder heeft Ada het er moeilijk mee dat ze ‘dankbaar’ moet zijn voor alles wat lady Thornton voor haar gedaan en betaald heeft. Niet dat lady Thornton zelf enige dankbaarheid vraagt.

Inkijkje

Als Susan op een dag flink ziek wordt en in het ziekenhuis in Londen moet worden opgenomen, zijn Ada en lady Thornton – die samen naar een hotel nabij het ziekenhuis gaan – wel heel erg op elkaar aangewezen. Hier krijgen ze een mooi inkijkje in elkaars levens: het achterbuurtleven van Ada bij haar moeder en de jeugd van lady Thornton: in rijkdom maar ook in eenzaamheid. Dit is voor beiden een eye-opener, en brengt hen ook wat nader tot elkaar.

Troost

En rond dit alles speelt natuurlijk continu de oorlog: gebombardeerde wijken, neerstortende vliegtuigen, voedsel op de bon, angst, vrijwilligerswerk om te helpen in deze oorlog en sneuvelende jonge mannen. Wat in ieder geval duidelijk is: welgesteld of niet, niemand wordt gespaard. Gelukkig is er altijd de troost van de lieve mensen om je heen, die je oprapen als het niet meer gaat en die er samen het beste van maken.

Wederom een prachtig boek, voor kinderen vanaf ca.10 jaar.