Lepelsnijder / Marjolijn Hof ; met illustraties van Annette Fienieg

‘En goed opletten, jij. De grote ziekte is slimmer dan je denkt.’
‘Weet ik’, zei Janis.
‘Hij kan sluipen en klimmen.’
‘Wéét ik’, zei Janis.
‘En?’ vroeg Frid. ‘Wat nog meer?’
‘En springen,’ zei Janis. ‘En hollen en kruipen en zwemmen.
Van mens naar mens, van huis naar huis .’

Ziekte

Ik was wel verbaasd om dit op de eerste bladzijde te lezen: ik dacht dat het boek ging over een jongen op een berg. Die daar woonde met een oude man en toen deze man wegging en niet meer terug kwam, de berg af ging dalen om hem te zoeken. Ik had niet verwacht dat het boek over een ernstige besmettelijke ziekte ging zoals de pest of corona. Dat valt echter enorm mee: het zit heel anders in elkaar. Dus wie NIET over zulke ziektes wil lezen, kan gelukkig gewoon dit boek lezen.

Ruilen

Janis woont hoog op een berg met de oude Frid. Nooit zien ze andere mensen en dat is expres: zo kunnen ze ook niet in aanraking komen met de grote ziekte waar Frid steeds voor waarschuwt. Eens in de zoveel tijd, als het eten op raakt, daalt Frid de heuvel af: bewapend met kwakzalfdrankjes die hij zelf maakt en uit hout gesneden prachtige lepels die Janis maakt gaat hij op reis om deze spullen tegen eten te ruilen.

Leugenaar

Maar de laatste keer duurt het wel heel erg lang voor hij terugkeert. Er komt een vreemde man naar het huis. Hij zegt dat Frid een leugenaar is, dat Frid Janis als peuter van zijn ouders geroofd heeft, en dat hij ervandoor is en nooit meer terug komt. Hij vertrekt en laat Janis in verwarring achter, maar hij heeft ook een ezel voor hem achtergelaten.

Op reis

Uiteindelijk besluit Janis de tocht naar beneden te gaan maken: voor eten èn op zoek naar Frid. De ezel en zijn hondje Luki gaan mee. Het wordt een barre reis, want de weg is gevaarlijk, Janis heeft geen eten, heeft totaal niet geleerd voor zichzelf te zorgen en is doodsbang. Onderweg ontmoet hij verschillende mensen. Janis is nog nooit met andere mensen dan Frid omgegaan, kan ze moeilijk inschatten en heeft ook regelmatig communicatieproblemen omdat zijn woordenschat vrij gering is. Hij kan totaal niet inschatten dat sommige mensen het slecht met hem voorhebben, en sommigen wellicht niet.

Groeien

De reis van Janis wordt prachtig omschreven: de landschappen, de mensen, de huizen. Je ziet het levendig voor je. Ondertussen zien we Janis groeien: hij begint mensen steeds beter door te hebben, voor zichzelf op te komen en komt ook beetje bij beetje meer over zichzelf te weten: wie hij is, wat er met hem gebeurd is en wie hij wil zijn. Heel mooi tijdloos verhaal dat een beetje doet denken aan Alleen op de wereld, om (voor) te lezen vanaf ca. 10 jaar.