Bliksemkind / Hans Hagen ; met tekeningen van Martijn van der Linden

Veel te lang geleden (nog voor ik mijn blog begon) dat ik een boek heb gelezen van Hans Hagen (met uitzondering van Spelen tot het donker wordt), of eigenlijk vóórgelezen: als ik zijn geweldige lijst met titels bekijk denk ik dat ik er geen een in mijn eentje voor mezelf heb gelezen. Bliksemkind is de eerste, maar al bij pagina 1 dacht ik: wat een heerlijke taal, dit is meteen al een enorme voorleesaanrader! “Flíts en fláts en TSJIK-TJAK-TSJÁKKK!”

Bliksem

Het verhaal begint al enorm knallend met noodweer en bliksem, een broertje dat vlucht en een zusje dat juist plat op de grond gaat liggen zoals haar oma’s stem in haar hoofd zegt. Het mag niet baten: Yoko wordt evengoed getroffen door een bliksembol.

Lavasteen

Op het moment dat Yoko getroffen wordt, vliegt er een lavasteen – die ook geraakt is – precies in haar hand. Als ze wakker is geworden en de steen tegen haar barstende hoofdpijnhoofd houdt, lijkt de steen een geneeskrachtige werking te hebben. En als ze later, thuisgebracht door haar vader, haar oma ermee van haar rugpijn af helpt, haar broertje van zijn verstuikte enkel en de winkeldame van de etterende builen op haar benen, blijkt het echt waar te zijn: de steen in Yoko’s hand geneest.

Heilzame kracht

Waar het verhaal zich afspeelt wordt niet genoemd, maar het dorpje ligt nabij een vulkaan en de mensen betalen met roepies. Ik ga voor Indonesië. Iedereen is arm in het dorp, de familie van Yoko heeft flinke schulden. Maar de heilzame kracht van Yoko en haar steen worden gretig gebruikt om het financieel beter te krijgen. Enorme rijen zieken en gewonden staan voor de deur, betalen voor hun plek in de rij en vooral voor de behandeling door Yoko met de steen.

Rijk

De hele dorp profiteert mee: je kan er overnachten, er wordt van alles verkocht aan de mensen in de rij, je kan zelfs mensen betalen om voor je in de rij te gaan staan. Vele, vele mensen worden genezen, het dorp bloeit op en de familie van Yoko wordt rijk. Geweldig allemaal, behalve voor de kinderen die van school worden weggehouden om de betaalde plekken in de rij te vullen, spullen te verkopen en dergelijke. Maar in het bijzonder is het alleen maar narigheid voor Yoko, die als een kostbaar vogeltje zit opgesloten, de hele dag door moet werken, nachtmerries heeft over alle smerige wonden, ziektes en ellende die ze ziet en moet aanraken en die haar beste vriendin vreselijk mist. Kan zij deze vloek, die voor anderen een zegen is, verbreken?

Objecten

Het verhaal wordt op een heel bijzondere manier verteld: niet door een of verschillende personen, maar door verschillende personen én vooral ook door verschillende objecten. Om er een paar te noemen: de eerste verteller is de steen, de laatste de vulkaan, maar zo hebben we bijvoorbeeld ook de bliksem, het rijstveld, de voorvork en de rij. Ik vind het een geweldig mooie en bijzondere manier om een verhaal te vertellen en heb het maar een keer eerder gezien: in de roman Wij zijn licht van Gerda Blees. De tekst van Bliksemkind is ritmisch, met korte en prachtige zinnen – “Razend zwiepten de stengels in het rond, een bos vol driftige zwepen” – en daarom geweldig om te lezen, maar nog meer om voor te lezen.

Sfeer

De illustraties van Martijn van der Linden bepalen voor een groot deel de sfeer van het boek. Meestal staat de verteller van het hoofdstuk afgebeeld. De illustraties ogen Aziatisch en hebben vaak maar enkele kleuren. Maar voor de verschillende illustraties worden juist veel verschillende kleuren gebruikt (okergeel, terracotta, zwart, bruin, zachtgroen, turquoise, blauw, grijs en meer). Een groot deel van de pagina’s is helemaal gekleurd en dat maakt het boek een warm, kleurrijk en luxe uitstraling heeft. Stuk voor stuk, maar ook als geheel, zijn de illustraties schitterend, en soms ook grappig zoals de zweren en de radio met aandoenlijke oogjes. Let vooral ook op de vele, door Martijn van der Linden bedachte, Aziatische tekens: ze zijn zo slim bedacht! Als je ze bestudeert zie je wat ze betekenen. Yoko heeft haar eigen teken. De mooiste vind ik misschien wel die van de zwangere Adinda. Martijn van der Linden kreeg onlangs een Zilveren Penseel voor zijn illustraties voor Bliksemkind.

Tip

Bliksemkind stond dit jaar in de Tiplijst van de Kinderjury, en het is ook zeker een fantastische tip! Opmerkelijk genoeg bestond het grootste deel van de Tiplijst uit hele populaire titels die helemaal niet getipt hoeven te worden en in de bibliotheek altijd zijn uitgeleend. Bliksemkind helaas niet: het boek is bijzonder, wordt niet meteen gegrepen, maar verdient het zo ontzettend wel. Mijn tip voor de zomer: geeft het aan een kind cadeau, lees het zelf, of liever nog: lees het voor. En ben je docent: neem het mee op vakantie en lees het komend schooljaar voor aan de klas. Ik heb er nu al plaatsvervangend zin in. Vanaf ca. 9 jaar.