De zoon van de berentemmer / Laurent Petit Xavier ; vertaald [uit het Frans] door Leny van Grootel
Ciprian heeft met zijn Ursari familie (vader, moeder, oma, broer en zus) een rondtrekkend bestaan. Ze hebben een auto, caravan en daarachter een rijdende kooi met beer Gaman, waar vader, om aan geld te komen, gevechten mee voert op markten. Omdat dat totaal niet genoeg oplevert, doet broer Dimetriu regelmatig ‘boodschappen’ of zoals ze het ook zeggen: hij ‘leent’ spullen. De meeste mensen zouden het eerder als diefstal omschrijven.
De familie is behoorlijk gehaat en wordt overal weggejaagd. Het wordt echt problematisch als hun auto de geest geeft en kwade dorpsbewoners de auto in brand steken, met de nodige dreigementen erbij. Als er dan twee mannen opduiken die de familie een voorstel doen dat te mooi is om waar te zijn: zij brengen de familie naar Parijs, waar ze kunnen gaan werken en binnen de kortste tijd het bedrag dat ze hiermee verschuldigd zijn aan deze mannen kunnen terugbetalen.
De familie laat alles achter, hun geliefde beer laten ze los in het bos en oma weigert mee te gaan. Wat volgt is een erbarmelijke reis met mensensmokkelaars en andere slachtoffers van hen om bij Parijs uit te komen bij een krottenwijk. Zoals alle mensen die daar al wonen zitten ze meteen onder de plak van de criminele bende en hoe hard ze ook werken: ze zullen nooit hun schulden kunnen afbetalen.
Iedereen in het gezin moet zo veel mogelijk geld verdienen, en Ciprian leert daartoe het vak ‘zakkenrollen’ van zijn broer. Maar op een dag ziet hij in park Luxembourg mensen met houten borden en poppetjes daarop. Hij heeft geen idee wat het is of wat die mensen doen, maar hij raakt er helemaal door betoverd en vanaf dat moment gaat hij niet uit stelen, maar begluurt hij de schakers in het park en leert binnen no time schaken in zijn hoofd. Een van de schakers merkt Ciprian op, en dat is het begin van een vriendschap met een groepje bijzondere volwassenen die geen crimineel in Ciprian zien, maar een lieve jongen, die heel slim is, een fotografisch geheugen heeft en daardoor een uitmuntend schaker in wording is, en die in een heel moeilijke situatie leeft.
Vanaf het begin van het boek is het niet moeilijk om het mooie in de familie van Ciprian te zien: een warme familie bestaand uit een bont gezelschap. En ook het schaakgezelschap bestaat uit fantastische personages. Waar het verhaal nog redelijk vrolijk begint, wordt het al snel grimmig en vervolgens uitzichtloos. Maar met de nieuwe vrienden van Ciprian gloort er hoop. Wat een mooi, spannend en meeslepend verhaal! Je zou toch alle gezinnen die het zo moeilijk hebben zulke mensen gunnen. Het is geen groot happy end gebeuren op het einde, en dat is mooi want anders zou het wel erg ongeloofwaardig worden. Bij jongere kinderen zou dat misschien wel beter zijn, maar dit is een boek voor jongeren vanaf ca. 12 jaar.
Geef een reactie