Coco en het gekke ding / Loes Riphagen

Laatst trof ik deze nieuwe over vogeltje Coco bij de nieuwe boeken. Ik bekeek het even snel en had er meteen al erg veel lol in. Omdat het over een ballon gaat die uiteindelijk knalt, rende ik er ook direct even mee naar mijn Boekstart-collega, aangezien zij net daarvoor een klein incident met een knallende ballon bij een vertelvoorstelling had gehad.

Coco en het gekke ding is ingedeeld bij de prentenboeken AK (vanaf 4 jaar), maar volgens mij moest het ook prima kunnen voor mijn peuters. En anders zouden in ieder geval de ouders en ik er plezier van hebben.

Dat viel nog een beetje tegen: soms is het een grote chaos bij het voorlezen en dat was nu ook het geval. De kleintjes hadden allerlei speelgoed meegesleept, waar ze lawaaierig mee in de weer waren. En sommige ouders zaten er hard doorheen te praten. Niemand leek te luisteren. De kinderen laat ik meestal hun gang gaan: als zij niet opletten moet ik gewoon beter mijn best doen. De ouders heb ik even tot de orde geroepen. Daarna had ik in ieder geval een paar luisteraars tussen het feestgedruis.

Het eerste boek over Coco: Coco kan het!, waarin Coco niet durft te vliegen, was Prentenboek van het jaar 2021, en is nog steeds enorm geliefd. Daarna verschenen nog Coco, kijk uit!, Het bos van Coco : een tel- en zoekboek en een stoffen babyboekje. In Coco en het gekke ding springt Coco direct uit het nest als haar vriendjes vragen of ze komt spelen. De vriendjes juichen en lijken onder de indruk.

Maar daar gaat het niet om: het gaat om het gekke roze ding dat ze vervolgens vinden. Voor de lezer/voorgelezene is het overduidelijk een ballon, maar dat weten de vriendjes niet. Is het een hele grote peer? Een gevallen ster? Het is roze, en er zit niets in: ‘Het is een doorkijkding.’ Ze hebben er in ieder geval de grootste lol mee.

Egel, die wat minder wild en lawaaierig is dan de rest, heeft al een paar keer opgemerkt dat het ding heel zacht is, en wellicht om op te liggen. Uiteindelijk luisteren ze naar hem, en klimmen op het ding. Het is inderdaad heel zacht, en je kan er ook op springen!

Ze moeten nog even Egel erop hijsen, die met een ‘Ik zei toch dat dit een ding is om op te liggen!’ gelukzalig gaat liggen. Met zijn stekels richting ballon. Oplettende voorgelezene weten precies wat er dan moet komen: ‘PATS’!!!! Met een geweldige knal die een illustratie van twee pagina’s beslaat vliegen de vriendjes, met hele blije gezichten en de armen wijd, samen met vele roze stukjes ballon, alle kanten op.

Mijn publiek was doodstil gevallen. Mijn voorleesPATS was erg hard geweest. Iedereen keek me aan, sommigen verschrikt. Maar het kwam goed: de vriendjes rolden lachend over de grond en besloten er een knalfeest van te maken, met de roze ballonstukje (en per ongeluk ook een roze worm) als slingers. Mijn publiekje kon opgelucht ademhalen, en ik had eindelijk alle aandacht.

In het prentenboek zijn verwijzingen naar vorige boeken over Coco te vinden, zoals de vriendjes die onder de indruk lijken van Coco’s sprong uit het nest, of op een gegeven moment kun je de gevaarlijke kat uit de eerdere boeken door de ballon heen zien schijnen. Gelukkig doet de kat dit keer niets: hij ziet er zelf een beetje bang uit.

Behalve de drukke, vrolijke vriendjes die er heel olijk uitzien, zijn er ook wat kleine diertjes te zien die verder geen rol spelen in het verhaal, maar erg geestig zijn om te bekijken. Zoals een gek wezentje met puntsnuit, puntstaart, haar op zijn hoofd en drie poten, dat op een gegeven moment uit de boom valt en op de grond blijft liggen met zijn drie pootjes in de lucht en oogjes dicht. Een ander diertje komt nog even kijken, maar hij ziet er dood uit (spoiler: later zijn de oogjes toch weer open).

Coco en het gekke ding is vrolijk, erg grappig, herkenbaar (wie heeft er nou nooit een ongelukje met een knallende ballon gehad?) en feestelijk. Voorlezen aan kinderen vanaf ca. 3 jaar.