In de Kinderboekenweek worden op de school van mijn dochter ouders uitgenodigd om te komen voorlezen. Dat doe ik natuurlijk ieder jaar graag en nu helemaal, want het is de laatste keer. Juf is nieuw en kent mij nog niet (de rest van het team kent mij als jeugdbibliothecaris, want ik heb de schoolbieb gesaneerd en er een leeftijdsindeling in aangebracht, nieuwe boeken aangeschaft en een boekenshow gehouden voor het team) en stuurde mij een mailtje dat ik tien á 15 minuten had om voor te lezen en dat als ik geen boek over het thema (vriendschap) kon vinden, ze er eentje voor me zou regelen. Ik heb haar terug gemaild dat ik al een leuke stapel had en dat de voorleestijd wat mij betreft langer kan. Ik had de mail netjes afgesloten met ‘maar als je het liever binnen een kwartier houdt is dat ook geen probleem is’ wat eigenlijk een leugen is, want ik ben absoluut niet van de klok, maar wel van het voorleesplezier, dus eigenlijk lees ik ieder jaar langer voor dan de bedoeling was.
Er stond vanmorgen een andere juf voor de klas dan de eigenlijke juf, maar de echte juf had nog wel even laten weten dat ik langer door kon. Nadat de dagindeling was doorgenomen mocht ik beginnen. Ik neem graag meerdere boeken mee zodat er wat te zappen en te kiezen valt en er hopelijk voor ieder wat wils is. Leukste is als de boeken uiteindelijk allemaal aan bod mogen komen. Ik heb ze eerst maar even geïntroduceerd:
Mijn vriend Crenshaw / Katherine Applegate ; vertaald [uit het Engels] door Annelies Jorna
(een meisje kende het boek en juichte): over een jongetje en zijn uit nood geboren denkbeeldige vriend in de vorm van een megagrote kater
Vuurbom : de geschiedenis van een vriendschap / Harm de Jonge
Over een fatale vriendschap: de ene vriend ligt zwaargewond en met geheugenverlies in het ziekenhuis, de ander is waarschijnlijk door hem om het leven gebracht
Het (on)gewone verhaal van Bo (en Tom) / Tineke Honingh
Over een door de juf afgedwongen vriendschap tussen een spastisch meisje dat nieuw is in de klas en een jongen die zich voor straf over haar moet ontfermen
De grondel & de garnaal : en andere vreemde vriendschappen uit het dierenrijk / Geert-Jan Roebers & Margot Westermann
Informatief boek (ja, zo vrolijk en geinig als het er uitziet en met dat onderwerp konden ze het bijna niet geloven dat het echt informatief was) over bijzondere vriendschappen tussen dieren. Ik las over de ‘vliegende pincet’ of eigenlijk de ossenpikker: een klein vogeltje dat bij allerlei grote hoefdieren in hun neus-, oor- en poepgaten komt poeren om teken te verwijderen.
Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen : 47 verdichte dierenverhalen van Bette Westera / met prenten van Sylvia Weve
Niet zozeer een boek over vriendschap, maar een geweldigmooie/leuke dichtbundel over dieren (heel erg niet informatief, want de dieren zijn hartstikke menselijk). Ik had er twee gedichten over vriendschap in gevonden. En zeker bij een school die De Kleine Dichter heet mag er best wel een gedicht voorgelezen worden in de Kinderboekenweek (liever sowieso elke dag, maar dat heb ik niet gezegd). Aangezien ik zelf niet kon kiezen tussen Heggenmussen (twee mopperende oude vogeltjes) en Vogelspin (een beeldschone danseres, maar zonder vrienden want iedereen vindt haar eng) kozen de kinderen: allebei!
Toen ik de boeken had geïntroduceerd en vroeg wat ik kon voorlezen koos iemand De Grondel en de garnaal. Een ander koos Vuurbom en kreeg meteen bijval, maar ook de eerste kreeg bijval waardoor het een beetje een blèrpartijtje werd. Als kinderen heel hard gaan roepen welk boek ze willen, vind ik dat een goed teken. De juf dacht daar echter anders over, die vond het meer onbeleefd geschreeuw. Ik heb gezegd ik dat met de Grondel en de garnaal zou beginnen en daarna Vuurbom en dat we daarna zouden kijken of ze zin hadden in nog een boek. En dat hadden ze! Ik heb uit alle vijf voorgelezen. En toen ik klaar was (de juf was de klas uitgelopen) vroeg een jongen of ik door wilde lezen. En dan het liefst uit Bo en Tom. Het grootste deel van de klas bleek dat ook te willen. Ze staken zelfs massaal hun vinger op toen ik het vroeg. Maar helaas kwam de juf weer binnen en zei dat dan echt het schema in de war zou komen. Ze wilde nog wel per boek weten wie in de klas het zou willen lezen. Bij vier van de boeken stak de helft van de klas de vinger op. Ik heb ze van harte naar de bibliotheek verwezen. Alleen de laatste, de prachtige dichtbundel van Bette Westera en Sylvia Weve kreeg geen vingers. Wat ik wel snap, want kinderen lenen geen dichtbundels om die van voor naar achter te lezen. Maar de gedichten die ik voorlas vonden ze wel heel leuk! Daarom lieve mensen, en vooral meesters en juffen: lees regelmatig een gedicht voor! Het is zo leuk, het kost nauwelijks tijd, en bij elk thema is wel een gedicht te vinden. Ik wilde nog wat zeggen daarover in de klas, maar ja: het schema…
Geef een reactie