Maksie / Mathilde Stein ; met tekeningen van Jan Jutte

Ik ben niet bepaald een hondenfan, maar fictieve honden vind ik een heel ander verhaal. En hier is een nieuwe fictieve hond. Of zeg maar hondje, want Maksie is nogal mini. Hij stinkt niet, hij kwijlt niet en Jan Jutte heeft er werkelijk iets allerschattigst van gemaakt.

Oude dametjes

Helaas is Maksie daar zelf niet zo blij mee: hij zou een grote, stoere hond willen zijn. En hij zou een heel stoer en sterk baasje willen, om mee te stoeien en te rennen en te spelen. Maar er komen alleen oude dametjes in de dierenwinkel waar Maksie woont, die heel graag dat schattige hondje willen hebben om er in hun tasje mee rond te lopen.

Agent Ben

De dieren in de dierenwinkel kijken graag naar Agent Ben op tv. Agent Ben is een hele stoere politieman die iedere aflevering weer een boef weten te vangen. Agent Ben is Maksies grote held. Het is zijn droombaasje: stoer en sterk, niet met handtasje maar met pistool.

Plan

De allesbehalve aantrekkelijke honden Klos en Kuul (groot, lelijk, kwijlend, stinkend, gemeen) zeggen dat agent Ben helemaal niet bestaat en pesten Maksie met zijn droombaaswens. Maksie laat zich eerst op zijn kop zitten, maar vat dan een plan op: hij wil zelf op zoek naar een droombaas. Hij legt het voor aan de dierenwinkelbaas en die laat hem gaan. “Wel voorzichtig zijn, hè! En voor het donker thuis hoor. Dag lieverd. Zet hem op!”

Droombaas

Al gauw heeft Maksie een potentiële droombaas in het vizier: stoer en sterk, en eigenlijk ook een beetje eng. Op de illustraties ziet deze droombaas eruit als een ouderwetse boef: eng, grauw, ongeschoren, te diep weggedoken onder zijn pet en stiekem. Ondertussen heeft het oude dametje dat al eerder in de dierenwinkel was Maksie gespot. En terwijl Maksie achter droombaas aangaat, gaat het oude dametje achter Maksie aan. Alles loopt totaal anders dan Maksies bedoeling was, maar zijn droom komt uit.

Mega-super-giga-verschrikkelijk

De tekst bestaat uit korte zinnen, met na een paar regels een witregel. Zo nu en dan zijn woorden waar de nadruk op ligt dik en blauw, en lijken met een kwastje te zijn geschreven. Langere, samengestelde woorden hebben een verbindingsstreepje: mega-super-giga-verschrikkelijk, oude-omaatjes-parfum, flapvoet-oma (sowieso veel oma-woorden). De tekst is daardoor goed te lezen voor kinderen vanaf ca. 7 jaar, maar het verhaal is ook leuk voor iets oudere, moeizame lezers. En het is ook prima voor te lezen aan stoere kleuters vanaf ca. 5 jaar die van agenten en boeven houden.

BHAM!

De illustraties laten veel zien van wat in de tekst niet genoemd wordt. Om niet te spoileren, noem ik geen voorbeelden, maar het is een kwestie van verschillende interpretaties door de personages in het boek. Op een gegeven moment vertellen de illustraties een heel ander verhaal dan de tekst. Erg leuk gedaan. De illustraties zijn cartoonachtig en ouderwets (in de positieve zin van het woord), niet alleen de stijl, maar ook de kleding die mensen dragen, de huizen. Ik vind het kleurgebruik heel mooi, de kleine detail, de ruitjespatronen. Ik word er heel blij van. De prent in het midden is trouwens helemaal een knaller: DOINNK, BAF, PLOPPP, WOW, BANG!, IIIIE, BHAM! BAM, KAPOT! We zijn hier even in een old school comic beland.

Dit heerlijk grappige, en spannende verhaal voor jonge lezers, met geweldige illustraties was genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs 2024.