Jeugdbibliothecaris, een vak apart / samenst.: Ingrid Bon, Bastienne Eijssens-Schoondermark (eindred.) en Wendy de Graaff 

Onlangs lag dit prehistorische boekje (2005) in mijn postvakje op werk. Geen idee waarom. Ik had het niet gereserveerd. Er zat ook geen briefje in. Was het een hint? Of wist iemand niet waar het moest en was het bakje van de jeugdbibliothecaris dan de meest voor de hand liggende plek? Maar een blik op de inhoudsopgave (met hoofdstuktitels als Jeugdbibliotheekwerk heeft de toekomst en Sterven jeugdbibliothecarissen uit?) plus de namen van degenen die meegewerkt hebben aan dit boek wekten mijn interesse. Benieuwd naar wat een blik in de toekomst vanuit het verleden mij zou kunnen brengen.

Geschiedenis

Het boek begint met de geschiedenis van het jeugdbibliotheekwerk in Nederland. Vervolgens komt er een gedeelte over de jeugdbibliothecaris en leesbevordering, de stand van zaken van dat moment: De Nationale Voorleesdagen waren nog vrij nieuw (als landelijk aangepakte opvolger van de Peutermaand), de Nationale Voorleeswedstrijd liep toen al twaalf jaar. De brede school (samenwerking in de wijk tussen scholen, bibliotheek, kinderopvang en andere partijen die zich bezig houden met het welzijn en ontwikkeling van kinderen) werd steeds belangrijker in die tijd, evenals de doorgaande leeslijn 0-18 jaar.

Toekomst

Het hoofdstuk over de toekomst van het jeugdbibliotheekwerk beschrijft verschillende facetten: technologie, marketing, opvoedingsondersteuning, klantgerichtheid, beroepsontwikkeling, netwerkontwikkeling en leesontwikkeling. Wat betreft de netwerkontwikkeling: er zou meer samengewerkt moeten worden met andere partijen zoals scholen en consultatiebureau’s. Daarin zijn er in de afgelopen jaren heel veel stappen gemaakt. Denk aan de vele BOS-en (Bibliotheken op School) die er zijn gekomen en Boekstart. Punt van zorg wordt geuit bij het kopje beroepsontwikkeling: “Het inlichtingenwerk van nu kent nog te weinig inhoud en doet nog altijd weinig appèl op de kennisachtergrond van de jeugdbibliothecaris. Onderzoek uit 2002 wijst uit dat 18% van de kinderen met een informatieve vraag niet of niet adequaat genoeg geholpen wordt. Het inlichtingenwerk voor kinderen verdient dan ook een kans omdat de jeugdbibliothecaris kan laten zien dat zij kennis heeft van jeugdcultuur, kinderen weet aan te spreken en deskundig is.” Newsflash vanuit 2023: er zijn nauwelijks nog jeugdbibliothecarissen op de bibliotheekvloer te vinden. Probeer er maar eens een vacature voor te vinden op Biebtobieb. Het meest dichtbij kom je met Medewerker informatie en activiteiten/Bibliotheekmedewerker/Medewerker publieke dienstverlening. Ik schreef er eerder al een blog over. Heel af en toe zie ik een hoopgevende vacature. En zo ben ik ook in mijn huidige bibliotheek terecht gekomen.

Opleidingen

Sterven de jeugdbibliothecarissen uit? Of: Wie pakt de handschoen op?” In dit hoofdstuk een opsomming van de opleidingen van dat moment. Bij uitkomen van dit boek was ik twee of drie jaar afgestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam: Infomatiedienstverlening en -management (IDM). “Bij geen enkele IDM-opleiding is het onderdeel ‘jeugdbibliotheekwerk’ in het curriculum opgenomen!” Inderdaad, en dat vond ik een groot gemis. Als enige in mijn jaar overigens. Maar ik ben dus helaas niet opgeleid tot jeugdbibliothecaris. Ik zie ook in het boek dat vlak na mijn afstuderen de keuzemodule Jeugdliteratuur aan het programma werd toegevoegd. Wat had ik dat graag gewild! Ik ben tijdens mijn opleiding zelfs buiten de opleiding op zoek geweest naar dat vak, maar dat mislukte jammerlijk. Wat er in 2005 was aan IDM- en ROC-opleidingen zoals beschreven in het boek, is inmiddels verdwenen. Wat is er nu nog wel? GO-opleidingen biedt een driedaagse cursus Jeugdbibliotheekwerk en leesbevordering. Maar vooral op de redelijk nieuwe Bibliotheek Campus staat een uitgebreid aanbod, “niet alleen van Bibliotheek Campus zelf, maar ook van POI’s, de KB en andere opleidingsaanbieders“. Als ik zoek op jeugd, kind of jongeren vind ik van alles. Niet iets dat je zelf even leuk gaat doen als bibliotheekmedewerker: daar heb je toch wel een werkgever bij nodig die dat voor je wil betalen. Maar waar kunnen middelbare scholieren terecht die graag in de bibliotheek zouden willen gaan werken? Wat is er aan opleiding voor hen? Laat me vooral weten als ik iets over het hoofd zie, maar volgens mij is er niets en kun je er misschien het beste via de PABO komen.

Imago

Een hoofdstuk dat mij erg aanspreekt is Imagoverbetering in tien stappen door Wendy de Graaff. Omdat het boek moeilijk te verkrijgen is, voeg ik foto’s toe. Het Pieterpad-imago was vroeger inderdaad heel erg aanwezig. Ik zat zelfs bij personeelsvergaderingen de in mijn ogen slechtstgekleden metamorfoses te geven in mijn hoofd. Gelukkig zie ik die look inmiddels niet zo vaak meer. Ietwat truttig en saai nog wel. Persoonlijk ben ik meer van de jurk met vrolijke print dan van het colbert, en voor wie op de vloer werkt zijn gympen toch echt noodzakelijk: je loopt wat af op een dag. Maar het allerbelangrijkste in deze tien stappen: of je nu wel of niet opgeleid ben tot jeugdbibliothecaris, of je nu alleen voor kinderen werkt of ook voor volwassenen: hou je algemene ontwikkeling en vakkennis bij, en lees heel veel kinderboeken, praat erover, deel het. Ik vind het een geweldig lijstje.

Maak er wat van!

Maar om terug te komen op de vraag Sterven jeugdbibliothecarissen uit? Ja en nee. Nee, omdat er een enorme grote, nieuwe groep is bijgekomen: de leesconsulenten en de Boekstartcoaches. Ze heten geen jeugdbibliothecaris, maar ze zijn het wel. Zij doen wat in dit boek staat dat meer gedaan zou moeten worden. Ze doen fantastisch werk met, op en voor scholen, kinderdagverblijven, kinderopvang en consultatiebureau’s. Dat is dus enorm goed gelukt! Maar aan de andere kant: ja, de jeugdbibliothecarissen sterven wel uit, want in diezelfde jaren zijn de jeugdbibliothecarissen grotendeels van de bibliotheekvloer verdwenen. Het is vaak makkelijker om Wally te vinden dan een jeugdbibliothecaris op de jeugdafdeling. Dat er geen opleiding meer is, is geen goed excuus. Bibliotheken hebben vaak zelf het personeel teruggedrongen, helemaal van de vloer verwijderd, vervangen door vrijwilligers of ze zoeken geen jeugdbibliothecarissen meer, maar mensen die alles doen (van volwassenafdeling tot klantenservice). Dan heb je alleen een jeugdbibliothecaris als zo’n medewerker daar zelf voor kiest, als hij/zij de jeugdafdeling naar zich toe trekt, affiniteit heeft met kinderen, in de vrije tijd kinderboeken leest en vakkennis bijhoudt en liefde geeft aan de jeugdafdeling. Wat zou het mooi zijn als bibliotheken bewust functies voor zulke mensen zouden creëren, als iedere bibliotheek weer een bevlogen jeugdbibliothecaris op de vloer had werken. De mensen ervoor bestaan, ook al is er geen opleiding. Met cursussen kunnen ze bijgetraind worden op de vlakken waar het aan ontbreekt. Maar maak wel plek voor ze, zodat kinderen iemand treffen op de jeugdafdeling, iemand die ze welkom laat voelen, waarvan kinderen en ouders weten dat ze diegene alles kunnen vragen, iemand die doorheeft dat er vragen zijn ook al worden ze niet gesteld, die de collectie kent en kan adviseren, die leeshatende en dyslectische kinderen hoop, opties en leuke boeken meegeeft. Of, om net als Wendy de Graaff Ernie en Bert te citeren (maar dan net het andere stukje van het refrein): “Maak er wat van, maak er wat van. Moet je maar eens kijken wat je allemaal niet kan!”