De schedel / Jon Klassen ; vertaling [uit het Engels]: Berd Ruttenberg

Wat betreft griezelen zie ik een duidelijke tweedeling : of je houdt er helemaal niet van, of je vindt het heerlijk (zoals ik). En dat zie je bij alle leeftijden. Soms mag ik zelfs met kleuters op zoek naar lekker enge prentenboeken. De schedel is er een om zelf te lezen, voor lezertjes die van griezelen houden vanaf een jaar of 7.
Otilla
‘Op een nacht, toen iedereen lag te slapen, besloot Otilla eindelijk weg te lopen’. Die eerste zin roept al van alles op: waarom loopt ze weg? Waarvandaan, en van wie loopt ze weg? Wie is ‘iedereen’? Haar familie? De bewoners van een akelig weeshuis? En dat ‘eindelijk’ suggereert dat het de hoogste tijd was: het was al langer erg, wat het dan ook was.
Donker bos
Ze rent weg door een donker bos: het is akelig, koud en eenzaam, maar uiteindelijk stuit ze aan de rand van het bos op een heel groot, oud huis. En daar klopt ze aan. Een pratende schedel komt naar beneden gerold en ontvangt haar vriendelijk.
Schedel
De schedel was bij leven de eigenaar van het enorme huis. Alles was er in overvloed. Er was een balzaal, waar met regelmaat bals waren. Maar nu kan de schedel nog maar weinig. Het meisje draagt hem daarom rond, zodat hij haar een rondleiding kan geven. Ze voert hem thee en druiven, ze zetten maskers op en Otilla danst met hem door de balzaal.
Skelet
Hoe griezelig dit ook is, het is ook heel lief: beiden zijn eenzaam en hebben iemand nodig, en vanaf het begin is er een warme vriendelijkheid tussen de twee. Maar de schedel heeft nog een probleem: ‘s nachts wordt hij achterna gezeten door een skelet zonder hoofd die de schedel wil opeisen. Gelukkig heeft hij Otilla nu, en die zet alles op alles om haar nieuwe vriend veilig te houden.
Afrekening
Eigenlijk een best heftig, griezelig verhaal als je het zo bekijkt: een eenzaam meisje, dat met een schedel rondloopt in een verlaten landhuis, ermee danst, ermee in bed ligt en uiteindelijk afrekent met een skelet. Maar in feite is het ook een heel lief verhaal, over eenzaam zijn, een vriend vinden en voor elkaar zorgen.
Vragen
Er zijn vragen die onbeantwoord blijven: we komen er niet achter waarom en voor wie Otilla is weggelopen. De schedel vraagt er voorzichtig naar, maar ze laat weinig los. ‘De schedel wachtte even of ze nog iets wilde vertellen, maar dat deed ze niet.’ De vraag is natuurlijk ook: horen schedel en skelet niet bij elkaar? Wat is er met ze gebeurd? Waarom zijn het twee zelfstandig denkenden? En waarom is het skelet zo agressief en eng opeisend? We mogen het zelf invullen.
Duister
De Canadese Jon Klassen heeft een aantal prentenboeken gemaakt met (vooral) Mac Barnett, maar schrijft vaak ook de teksten zelf, zoals bij de hoedentrilogie. De illustraties zijn meestal donker: veel zwart en beige, en een herkenbare eigen stijl. De personages – veelal dieren, soms kinderen en soms figuren (Cirkel, Driehoek en Vierkant) – zien er lief dan wel grappig uit. Ook de verhalen zijn vaak wat duister: over personages die van anderen stelen of pesten, een wolf die anderen opslokt of angst voor het donker. Maar er is altijd een twist: iets liefs, iets moois, of een briljante tegenactie tegen de pestkop/dief. De verhalen zijn vaak bijzonder grappig of juist heel lief. Dat laatste bij De schedel.
Volksverhaal
Aan het einde van het boek vertelt Jon Klassen dat het verhaal geïnspireerd is op een oud volksverhaal dat hij zag toen hij even in een bibliotheek struinde waar hij een presentatie ging houden. Het verhaal bleef in zijn hoofd spoken. Een jaar later stuurde hij een brief naar de bibliotheek of zij wisten uit welk boek het kwam. Hij kreeg antwoord: ze hadden het boek gevonden. ‘Daar zijn bibliothecarissen erg goed in’. En hij bleek het verhaal in zijn hoofd onbewust veranderd te hebben. Van zijn eigen versie maakte hij dit boek. Aan de lezer te oordelen welk verhaal meer aanspreekt.
Warmte
De schedel is een griezelverhaal met warmte. Behalve over weglopen, donkere bossen in de nacht, verlaten landhuizen, pratende schedels en enge skeletten, gaat het ook over eenzaamheid, elkaar helpen en vriendschap. Met relatief weinig tekst, fijne vertaling, veel illustraties, grote letters en makkelijke zinnen is het voor lezertjes vanaf een jaar of 7 die van griezelen houden. Maar ook nog heel mooi voor wat oudere lezers. Ook degenen die wat moeite hebben met lezen. Zou ook voorgelezen kunnen worden aan kleuters die blij worden van lekker enge boeken. Een ruime doelgroep dus. Maar eerst geef ik het door aan mijn 24-jarige zoon, die al geïntrigeerd was door de kaft. En nog meer na mijn enthousiaste verhaal over het boek.
Bijzonder, een griezel verhaal voor beginnende lezertjes. Bedankt voor je tip en duidelijke beschrijving van het verhaal 🤗.
Groetjes Marianne