Afgelopen weekend mocht ik voorlezen op een ontzettend gezellig, vriendelijk, mooi klein festival: het Kampvuurfestival. Een kampeerfestival met (uiteraard) kampvuren, maar ook veel kampvuurmuzikanten, lekker eten, spelende kinderen, voorlezen en veel gezelligheid.
Overdag heb ik achttien verhalen voorgelezen aan jongere kinderen, verspreid over drie voorleessessies (die allemaal uitliepen, want als de kinderen nog een verhaal willen, wie ben ik dan om dat te weigeren?). Wat enorm leuk was om te doen, maar het meest bijzondere was voor mij het voorlezen van griezelverhalen in het donker. Een grote groep mensen (zowel kinderen als volwassen) zaten al in een grote kring om het kampvuur en hadden wel zin in griezelen. Er werd plek voor me gemaakt en ik kreeg stoelen aangeboden, maar aangezien ik graag voorlees op het puntje van een stoel of kruk heb ik de klap- en strandstoelen afgeslagen en ben ik op een katrol gaan zitten (naar bleek met een plas bier erop).
Het was een geheel nieuwe ervaring voor mij om voor te lezen aan publiek dat ik totaal niet kon zien in het pikkedonker en dat over het algemeen muisstil (of moet ik in dit geval doodstil zeggen?) luisterde. Toen de verhalen uit waren zag ik de jongste kinderen diep weggekropen in de armen van hun ouders bij wie ze op schoot zaten. Ik hoop dat ze daarna niet al te enge dromen hebben gehad. Een groter meisje kwam bij me want ze wilde graag weten uit welke boeken de verhalen kwamen. Ik heb ze allemaal aan haar laten zien en haar niet beloofd ze op mijn blog te zetten (‘misschien zet ik ze op mijn blog, maar ik beloof niets’). Mocht dit meisje toevallig nog hier kijken, of iemand ander die het interessant vind, bij deze:
Als iemand ooit mijn botjes vindt / [tekst] Jaap Robben ; & [ill.] Benjamin Leroy
Bijzonder grappige gedichten over bizarre niet-bestaande beesten. Ik heb voorgelezen het gedicht Tempeest, over een groot dier dat iets vraagt in een onbegrijpelijke taal en vervolgens door het lint gaat omdat hij geen antwoord krijgt. Geweldig leuk om voor te lezen, maar eigenlijk helemaal niet eng.
Skeletten, spoken & spinrag : een verzameling oude en nieuwe griezelverhalen / bew. en geschreven door Chris Mould ; [vert. uit het Engels: Joke Verkerk ; ill.: Chris Mould]
Heerlijke ouderwetse griezelverhalen van onder andere Edgar Allan Poe en Charles Dickens. Ik heb voorgelezen Marmeren mannen van Edith Nesbit: over een legende over de marmeren grafbeelden van twee wrede schurken die met Halloween tot leven zouden komen. Behoorlijk eng verhaal.
Gruwelijke rijmen / Roald Dahl ; tek. van Quentin Blake ; [vert. uit het Engels: Huberte Vriesendorp]
Roald Dahl heeft zijn eigen versie van bekende sprookjes gemaakt en op rijm gezet. En uiteraard met geweldige illustraties van Quentin Blake (maar dat kon natuurlijk niemand zien in het donker). Ik las Roodkapje en de wolf. Het was niet eng, maar er werd heel hard gelachen 🙂
De man zonder gezicht / Andreas Palmaer ; vertaling [uit het Zweeds]: Lammie Post-Oostenbrink
Over het moderne griezelboek De man zonder gezicht had ik al eerder een blogbericht geschreven. Uit dit heerlijk enge boek las ik Het beste computerspel ter wereld over twee jongens die een racespel doen waarbij ze de keuze hebben uit Real en Simulator. Zij kiezen voor Real (‘Are you sure?’), niet door hebbende dat het niet echt lijkt, maar echt was geworden.
Er hing een heel fijne sfeer tijdens je voorlezen. Echt bijzonder. Dankjewel!
Het hele festival had een fijne sfeer! Alleen maar vriendelijkheid en gezelligheid. Ik heb genoten. Graag gedaan, fijn om te horen en jij ook bedankt!