De jongen op de berg / John Boyne ; vertaling [uit het Engels]: Bert Meelker
John Boyne heeft wat met jongens en oorlog. Zo heb je zijn allerbekendste De jongen in de gestreepte pyjama (over de vriendschap tussen de zoon van een kampcommandant en een jongetje in het vernietigingskamp), maar ook De jongen die zijn vader zocht (over een jongen die op zoek gaat naar zijn vader die als soldaat in de Eerste Wereldoorlog plotseling is opgehouden met brieven schrijven).
De jongen op de berg begint in 1936 en eindigt jaren na de Tweede Wereldoorlog, maar de Eerste Wereldoorlog speelt ook mee: deze is terug te vinden in het hoofd van de vader van de jongen (Pierrot) die behoorlijk getraumatiseerd is terug gekomen uit de oorlog.
Ik heb dit boek voorgelezen aan mijn 11-jarige dochter, die vooral in de eerste helft van het boek regelmatig ‘Ik vind het zo zielig’ verzuchtte. Dit is wat zij over De jongen op de berg schreef: In het begin gaat het over het jongetje Pierrot die 7 jaar is en een leuk leven heeft in Parijs samen met zijn ouders, zijn hond en zijn beste vriend Anshel. Totdat tijden veranderen en de vader van Pierrot bijna altijd dronken is en hij op een dag weg is naar München, en overlijdt in de trein. Op Pierrots verjaardag komen Anshel en zijn moeder eten. Dan moet Pierrots moeder ineens heel erg in haar zakdoek hoesten. Als ze klaar is zit er allemaal bloed op haar zakdoek, maar de volgende dag gaat ze gewoon weer naar werk totdat dat ook fout gaat en ze naar het ziekenhuis gaat en overlijdt. Dan moet Pierrot naar een weeshuis waar hij later weggaat. Waar hij dan heen gaat moet je zelf lezen ;D
Pierrots vader (een Duitser) gaat steeds meer drinken, wordt gewelddadig, gaat er vandoor en pleegt zelfmoord. Pierrots moeder (een Francaise) probeert er het beste van te maken in hun appartement in Parijs samen met haar zoon, maar ook haar verliest hij. De familie van Anshel, Pierrots Joodse benedenbuurjongen en tevens beste vriend, neemt hem een tijdje in huis. Maar bezorgd over de steeds akeliger situatie voor Joden, besluiten ze dat Pierrot niet bij hen kan blijven en sturen hem naar een weeshuis. Hierbij verklap ik toch waar hij heen gaat (als je het zelf wilt ontdekken in het boek, kun je nu nog stoppen met dit blogbericht lezen).
Op een dag wordt hij ‘opgeeist’ door zijn Duitse tante Beatrix: het lijkt haar beter als Pierrot bij haar opgroeit dan in een weeshuis. En ‘bij haar’ is een huis op een berg in Oostenrijk, waar zij het huishouden verzorgd in dienst van Adolf Hitler. Hier verandert het lieve jongetje Pierrot, die zoveel ellende heeft meegemaakt, langzaam in Pieter (een naam die hij daar direct moet aannemen om geen problemen te krijgen), een jongen die sterk onder invloed raakt van Hitler en zijn ideeën. Dit tot grote zorg van zijn tante die er stiekem hele andere ideeën op nahoudt.
Mooi, heftig, verdrietig en schokkend boek, met een thema van alle tijden: vatbaar zijn voor andermans ideologieën.
Geef een reactie